‘Niets had tot nu toe geholpen. Ik raakte in paniek bij het idee dat ik verder moest leven met al die klachten.’
Bibbi
19 jaar | tweede jaar HBO verpleegkunde.
Klachten: rugpijn, schouderklachten, hoofdpijn, misselijk, buikkrampen, prikkelbaar darmsyndroom, aangespannen bekkenbodem, urineverlies, slapeloosheid, pijn in gewrichten, zware benen, vermoeidheid, Pfeiffer.
Vanaf een jaar of tien heb ik last van pijn in mijn bovenrug en schouderbladen. Een soort van branderig, aangespannen gevoel wat soms zo pijnlijk werd dat ik alleen nog maar plat kon liggen. De kinderfysiotherapeut, vertelde mij dat mijn spieren tekort waren. Ik heb dat lang geloofd. Ik kreeg er oefeningen voor, maar de rugpijn bleef. Ook waren mijn darmen vaak verstoord, waarbij obstipatie en dunne ontlasting elkaar afwisselden. Daarnaast had ik last van rare steken rond mijn navel, voelde mijn buik altijd gespannen en zat mijn adem hoog.
Vanaf de brugklas verloor ik de hele dag door druppeltjes plas. Omdat het zo’n intiem gebied is, heb ik dat best lang genegeerd. Als jong meisje wil je niet dat daar naar gekeken wordt. Pas twee jaar geleden was ik er ineens klaar mee en heb ik actie ondernomen. De huisarts stuurde mij door naar een gynaecoloog. Deze kon niets vinden. Ik ben bij een stuk of vier gynaecologen geweest. Ze vonden het ook allemaal vreemd; ze konden niets medisch vinden. Voor hen is het dan klaar; volgende patiënt! Mijn huisarts wilde mij nog doorverwijzen naar een uroloog, wellicht had het met mijn nieren te maken, maar dat heb ik uiteindelijk niet meer gedaan.
'De kinderfysiotherapeut, vertelde mij dat mijn spieren tekort waren. Ik heb dat lang geloofd.'
Ik heb veel verschillende artsen gezien, ben bij fysiotherapeuten geweest, een ademhalingstherapeut, een osteopaat, een orthomoleculair arts, een bekkenbodemspecialist en vast nog wel meer. Ik heb de ‘Body Stress Release’ methode uitgeprobeerd en de ‘Holy search for release massage.’ Dat laatste hielp niks, de rest hielp een beetje, maar mijn klachten bleven in stand.
Ik ging ervan uit dat er iets mis moest zijn met mijn lichaam. Waarom had ik anders al die klachten?! Daarom ging ik vaak naar de huisarts. In de zomervakantie werd ik ook nog eens heel erg moe en na wat googelen op internet dacht ik dat ik leukemie had! Uiteindelijk bleek het Pfeiffer te zijn. Vanaf toen werd alles erger. Ik kreeg nog meer last van mijn rug en schouders. Daar kwamen gewrichtsklachten bij; pijnlijke puntjes in mijn knieën en enkels. Ik had last van hoofdpijn, misselijkheid, en moeite met slapen. Wat raar is bij Pfeiffer, want dan hoor je eigenlijk de hele dag door te slapen. Ik voelde mij zo down dat de huisarts dacht aan een burn-out. Hij wilde mij antidepressiva voorschrijven. Toen ben ik als laatste redmiddel naar een mental coach gegaan. Niets had tot nu toe geholpen en ik raakte in paniek bij het idee dat ik verder moest leven met al die klachten.
Ik ben een binnenvetter. Ik voel heel veel, ook van anderen, maar uit dit weinig. Bij de coach ben ik mij bewust geworden van wat ik allemaal opsla in mijn lijf. Zo deed ik bijvoorbeeld altijd mijn best om mijn tranen in te houden. Vaak lukte dat, maar ik voelde mij er verschrikkelijk bij en kreeg er hoofdpijn van. Huilen vond ik een teken van zwakte.
'Er moest wel iets mis zijn met mijn lichaam. Waarom had ik anders al die klachten?!'
Mensen vertellen mij best veel. Die voelen dat ze bij mij hun verhaal kwijt kunnen en dat vind ik fijn. Ik luister graag naar mensen, stel vragen en stel ze gerust. Maar ik vond dat ik mensen niet met mijn eigen onzekerheden kon ‘belasten’. Ik moest van mijzelf sterk blijven, voor anderen zorgen, goede cijfers halen en de beste zijn. Als iemand een probleem had, vond ik dat ik actie moest ondernemen om het op te lossen. Helaas was ik de laatste tijd zo moe en had ik zoveel last van mijn klachten dat ik voor niemand iets kon betekenen. Ik voelde mij vreselijk waardeloos en leidde mijzelf af door het kijken naar Netflix filmpjes.
De mental coach zei: ‘Om jezelf waarde te geven heb jij altijd heel hard gewerkt. Je werkt toe naar een piekmoment, waarbij je je succesvol voelt. Daarna ben je uitgeput. Zodra je van deze uitputting hersteld bent, ben je klaar om weer hard te gaan werken; op naar het volgende piekmoment en de volgende instorting.’
Ik herkende dit heel erg. Ik was altijd bezig om iets waard te zijn door hard te werken.
Ik besloot om voorlopig te stoppen met school en aan mijzelf te gaan werken. Ik kon ook niet meer… Had mijzelf door de laatste stage bij een verpleeghuis heen gesleept. Voelde mij daar constant tekortschieten. Er was daar een enorm tekort aan personeel en dan stopte ik eerder vanwege rugpijn of omdat ik zo moe was… Ook lukte het nauwelijks meer om de 7 minuten van de metro naar school te lopen. Ik dacht dat ik door mijn benen zou zakken, zo zwaar waren ze. In de lessen zat ik vanwege de aanwezigheidsplicht, maar ik kon letterlijk niet goed meer lezen, de letters dansten voor mijn ogen.
'Ik was altijd bezig om iets waard te zijn door hard te werken.'
De studentendecaan vond het een goed idee om tijdelijk te stoppen. Met haar had ik een goede klik. Helaas kon zij mij niet verder begeleiden, want die begeleiding moest van mijn mentor komen. Mijn mentor benaderde het allemaal erg medisch en praktisch. Ze vroeg wat ze voor mij kon doen, maar ik wist het zelf ook allemaal niet zo goed. Er was geen persoonlijk contact. Ik had er niet zoveel aan.
De bekkenbodemspecialist waar ik uiteindelijk terecht kwam, vertelde mij dat er niks mis was met mijn lichaam. Dat stelde mij enorm gerust! Doordat ik mijn bekkenbodem constant aanspande, ontstond er krachtverlies. Daar kwam het urine verlies vandaan. Ik moest leren om mijn bekkenbodem te ontspannen. Ik had alleen geen idee hoe ik dat moest doen.
De mental coach begeleidde mij om af te dalen naar mijn bekkenbodem. Het bleek een soort van ‘dood’ gebied te zijn voor mij. Doordat daar zoveel problemen waren had ik het geblokkeerd. Ik begon er langzaam iets in te voelen en toen kwamen er heel veel emoties los. Hij vroeg mij wat dit gebied mij te vertellen had? Het had ermee te maken dat ik mij verantwoordelijk voel voor alles en iedereen om mij heen; gaat het wel goed met die en die, moet ik niet iets doen? Ik sprak hier niet over. Ik dacht er vooral veel over na.
'Als ik mij kwetsbaar opstel ben ik niet zwak maar juist sterk, dat is wat ik nu geloof.'
Nu zeg ik dingen veel sneller! Dat is wel een openbaring. Er heeft zich iets in mijn hoofd gekeerd waardoor ik dingen ineens gemakkelijker zeg en doe! Dit heeft denk ik te maken met dat ik mij meer kwetsbaar durf op te stellen.
Mijn rugklachten bleken te maken te hebben met ‘kwetsbaarheid’. Op een of andere manier had ik in mijn hoofd gezet dat het zwak was om te huilen of je emoties te laten zien. En zwak wilde ik niet zijn, want dan kunnen mensen je raken en pijn doen. Daarom had ik een soort van schild om mij heen opgetrokken. Dit had ik al op de basisschool gedaan. Nu voelde ik dat ik door dit schild niet echt contact kon maken. Ik hield iedereen altijd een beetje op afstand.
Advies van Bibbi voor de gezondheidszorg:
Advies van Bibbi voor de gezondheidszorg:
Als ik mij kwetsbaar opstel ben ik niet zwak maar juist sterk, dat is wat ik nu geloof. Want pas dan ben ik echt open en kan ik mensen werkelijk toelaten. Daarmee viel het schild weg en ook mijn rug en schouderpijn vielen weg. Ongelofelijk dat klachten waar ik al zolang last van had, zo in één keer konden wegvallen! Mijn lijf voelde rustig en ontspannen aan. Zo kende ik het niet. Het was enorm bevrijdend, maar ook nog wat onwennig. Het is een soort van nieuw besef. Het moet allemaal nog inslijten in mijn handelen.
Ook mijn darmklachten en gewricht pijntjes zijn verdwenen. Mijn bekkenbodem is meer ontspannen en het urine verlies is zo goed als opgehouden. Hier kan ik nog wel een paar stappen in zetten. Het voelt als belangrijk om aandacht aan dit gebied te blijven schenken.
Ik slaap weer lang en vast. Ik droom wel veel, maar dat zal verwerking zijn. Sinds twee weken voel ik ook weer nieuwe energie. Ik denk dat ik over de Pfeiffer heen ben.
Terugkijkend zie ik dat ik op het randje van een burn-out heb gezeten. Ik heb net op tijd alles stopgezet om aan mijzelf te gaan werken.
Wat zegt de zorgprofessional?
Te Kort Schietende Spieren
Wees je bewust van de impact van je woorden. Ga na of wat je bedoelt ook echt is overgekomen. Onveilige gedachten worden bij Bibbi ingegeven door hulpverleners; bv ‘te korte spieren’. Het frame wat ontstaat door opeenvolgende (door)verwijzingen vormt mede haar zelfbeeld; ‘als ze het na zoveel onderzoeken nog niet weten, dan moet er wel iets heel erg mis zijn met mijn lichaam!’ Elk onderzoek heeft negatieve bijeffecten op onbewust niveau waar hulpverleners zich bewust van dienen te zijn.
Bibbi heeft vanaf de basisschool last van klachten en deze nemen toe in de loop van de tijd. Eerst pijnklachten, later buik- en bekkenklachten en sterke vermoeidheid. Dit klachtenverloop zien we vaker. Met een coach daalt ze af naar haar diepe gevoelens en komt daar de overtuiging: ‘Ik ben niets waard’ tegen. Bibbi beseft dat ze als kind een schild heeft opgetrokken om de pijnlijke emoties die gekoppeld zijn aan deze gedachte niet te hoeven voelen, met al haar klachten tot gevolg.
Bibbi legt de vertuiging ‘ik ben niets waard’ opzij. Ze beseft dat haar gevoelens wel degelijk waardevol zijn en leert deze te uiten. Haar klachten verdwijnen.